Inleiding

Blepharitis is een ontsteking van de ooglidrand en kan acuut of chronisch zijn. Symptomen zijn jeuk en branderig gevoel van de ooglidranden met roodheid en oedeem. De diagnose geschiedt middels het ziektebeloop en klinisch onderzoek. Acute ulceratieve blepharitis wordt meestal behandeld met locale antibiotica of systemische antivirale middelen. Acute non-ulceratieve blepharitis wordt incidenteel behandeld met lokale corticosteroïden. Een chronische blepharitis wordt behandeld met warme kompressen (Meibom klierdysfunctie), ooglidhygiëne (seborroïsche blepharitis), traansupplementen (seborroïsche blepharitis, Meibom klier dysfunctie) en incidenteel met orale antibiotica zoals tetracycline of erythromycine (Meibom klier dysfunctie).

 

Oorzaken

Blepharitis kan acuut zijn (ulceratieve of non-ulceratieve) of chronische (Meibom klier dysfunctie, seborroïsche blepharitis).

  • Acute ulceratieve blepharitis wordt meestal veroorzaakt door een bacteriële infectie (meestal Staphylococcen) van de ooglidrand aan de basis van de wimpers met betrekking op de wimperfollikels en Meibom klieren. Het kan tevens worden veroorzaakt door een virus (bv herpes simplex, varicella zoster). Acute non-ulceratieve blepharitis wordt meestal veroorzaakt door een allergische reactie in hetzelfde gebied (bv atopische blepharodermatitis en seizoen allergische blepharoconjunctivitis, hetgeen intense jeuk veroorzaakt met krabben en secundaire uitslag tot gevolg (dermatoblepharoconjunctivitis).
  • Chronische blepharitis is een non-infectieuze ontsteking van onbekende oorzaak. Meibom klieren in het ooglid produceren lipiden (meibum) hetgeen de traanverdamping verminderd door de vorming van een lipidenlaag op de traanlaag. Bij Meibom klier dysfunctie is de lipidencompositie abnormaal en de klierbuisjes en openingen vertsoppen met harde, wasachtige proppen. Veel patiënten hebben acne rosacea en terugkerende hordeola en chalazia.

 

Veel patiënten met seborroïsche blepharitis hebben seborroïsche dermatitis op het gezicht en hoofd of acne rosacea. Secundaire bacteriële kolonisatie verschijnt vaak op de schilfers die zich op de oogrand ontwikkelen. Meibom klieren kunnen verstopt raken. Meeste patiënten met Meibon klier dysfunctie of seborroïsche blepharitis hebben een verhoogde traanverdamping en secundair keratoconjunctivitis sicca.

 

Diagnose

Symptomen zijn gelijk bij alle vormen van blepharitis en bestaan uit jeuk, branderig gevoel rond de ooglidrand en conjunctivae irritatie met tranenvloed, lichtschuwheid en corpus alienum gevoel.

  • Bij acute ulceratieve blepharitis kunnen kleine pustels zich ontwikkelen in de wimperfollikels en die uiteindelijk kapot gaan, waaruit kleine oppervlakkige ulcers gevormd worden. Hardnekkige vastgekleefde crustae laten een bloedend oppervlak achter wanneer ze worden weggehaald. Oogleden kunnen aan elkaar zijn geplakt door droog secreet tijdens de slaap. Terugkerende ulceratieve blepharitis kan ooglidverlittekening en verlies van wimpers veroorzaken. Bij non-ulceratieve blepharitis worden de ooglidranden oedemateus en erythemateus. De wimpers kunnen worden bedekt met een korst van droge sereuze vloeistof.
  • Bij Meibom klier dysfunctie, ziet men een gedilateerde, opgestopte klieropening waar wasachtig, dik geel secreet uitkomt. In seborroïsche blepharitis ontstaan er vettige, makkelijk te verwijderen schilfers op de ooglidranden. Meeste patiënten met seborroïsche blepharitis en Meibom klier dysfunctie hebben symptomen van keratoconjunctivitis sicca, zoals corpus alienum gevoel, korreligheid, vermoeide ogen en vaag zicht bij lange inspanning.

 

Diagnose

Diagnose geschiedt oa. met spleetlamponderzoek. Chronische blepharitis die niet reageert op behandeling vereist een biopsie om een ooglidtumor uit te sluiten.

 

Behandeling

Acute blepharitis reageert meestal zeer goed op behandeling maar kan recidiveren of zich ontwikkelen tot een chronische blepharitis. Chronische blepharitis is traag, terugkerend en resistent voor therapie. Excacerbaties zijn lastig, oncomfortabel en cosmetisch onaantrekkelijk, maar resulteert meestal niet in corneaverlittekening of zichtverlies.

  • Acute ulceratieve blepharitis wordt behandeld met een antibioticumzalf (bv bacitracine/polymyxin B, erythromycine of gentamicin 0.3% 4 x daags gedurende 7 tot 10 dagen). Acute virale ulceratieve blepharitis wordt behandeld met systemische antivirale middelen (bv voor herpes simplex acyclovir 400 mg po 3 x daags durante 7 dagen; voor varicella zoster famciclovir 500 mg po 3 x daags durante 7 dagen of valacyclovir g po 3 x daags durante 7 dagen). Behandeling van acute non-ulceratieve blepharitis begint met het vermijden van de uitlokkende factor (bv rubber, nieuwe oogdruppels). Warme kompressen op de gesloten ogen kunnen verlichting geven en de genezing bespoedigen. Als de zwelling meer dan 24 uur aanhoudt, kunnen lokale corticosteroïden (bv fluorometholone ophthalmische zalf 0.1% 3 x daags voor 7 dagen) soulaas bieden.
  • Chronische blapharitis. De eerste behandeling voor zowel Meibom klier dysfunctie als seborroïsche blepharitis is gericht op de secundaire keratoconjunctivitis sicca. Traansupplementen, zachte zalf ’s nachts en, wanneer nodig, puncta proppen (neemt op wat de puncta obstrueert en daarmee daalt de traandrainage) zijn effectief bij de meeste patiënten. Zo nodig bestaat aanvullende therapie bij Meibom klier dysfunctie uit warme kompressen om de wasachtige proppen zachter te maken en af en toe ooglidmassage om het vastzittende secreet los te maken en het oculaire oppervlak te bedekken. Tetracycline (bv doxycycline 100 mg po 2 x daags geleidelijk afnemend in 3 tot 4 maanden) kan ook effectief zijn omdat het de samenstelling van het Meibom klier secreet verandert. Zo nodig bestaat de aanvullende therapie voor seborroïsche blepharitis uit het voorzichtig schoonmaken van de ooglidrand 2 keer per dag met een wattenstaafje gedoopt in een verdunde oplossing van baby shampoo (2 tot 3 druppels in ½ kopje warm water). Een lokale antibiotische zalf (bacitracine/polymyxin B of sulfacetamide 10% 2 x daags voor 3 maanden) kan worden toegevoegd om de bacteriën te verminderen op de ooglid rand wanneer het niet reageert op weken van ooglid hygiëne.

Bron

  1. L.D. Bores. Refractive Eye Surgery 2nd Edition 2000. Wiley-Blackwell.
  2. D.Y. Kunimoto, K.D. Kanitkar, M.Makar, M,A. Friedberg. The Wills Eye Manual: Office and Emergency Room Diagnosis and Treatment of Eye Disease 4th Edition 2000.Lippincott Williams & Wilkins.
  3. D.J. Spalton, R.A. Hitchings, P. Hunter. Atlas of Clinical Ophthalmology 3rd Edtion 2004. Mosby.
Laatste update: 16-09-2011